kinderen & jongeren

GELUK(t): het verhaal van Yana

Drie jongeren bloggen over hun ervaringen met jeugdhulp

Yana, Sharon en Ian zijn drie jongeren die opgroeiden in de jeugdhulp. Thuis liep het fout en ze verbleven een tijdje in verschillende leefgroepen. Vandaag staan ze op hun eigen benen, ze studeren of werken. Ze hebben elk hun eigen uniek verhaal, en bouwen elk aan hun eigen toekomst. Ze willen jongeren die hetzelfde doormaken en ook in de jeugdhulp opgroeien graag een hart onder de riem steken. Dit doen ze door hun persoonlijk verhaal te delen. Een jaar lang houden ze elk een blog bij. Ze gaan ook langs in leefgroepen, delen hun ervaringen en motiveren jongeren om vol te houden en te werken aan hun eigen toekomst. 

Yana groeide zestien jaar lang op in verschillende jeugdhulpvoorzieningen. Vandaag is ze 21 jaar en sinds kort is ze trotse mama van Myliano. Samen met haar zoontje heeft ze nu haar eigen thuis. 

Als we even terugspoelen naar het begin, hoe was het voor jou als kind om plots bij je thuis weggehaald te worden? 
"Ik was nog heel jong, dus de beginmomenten herinner ik me niet zo goed. Ik ben altijd opgegroeid in leefgroepen, al sinds ik ongeveer een jaar oud was. Wat ik wel nog weet, is dat ik eerst in een OOOC (Onthaal-, observatie- en oriëntatiecentrum) zat. Van daaruit ging ik dan naar een andere voorziening.” 

Had je op dat moment nog contact met je ouders? 
“Ja, ik had nog wel contact met mijn ouders. Maar dat was om de twee weekends en dan met de ene ouder niet en met de andere wel. Er was veel ruzie, want mijn ouders hadden een vechtscheiding achter de rug. Ik vond het best leuk in de leefgroep. Ik ben altijd zo opgegroeid. Ik wist ook niet beter, ik dacht dat dat mijn thuis was.” 



Toen je zeven jaar was, heb je je mama leren kennen. Wat gebeurde er toen? 
“Ik wou toen bij mijn mama gaan wonen, want er was dan toch nog een ander thuis. Ik heb daar drie jaar gewoond. Maar het voelde alsof ik mijn papa kwetste omdat ik niet bij hem woonde. Ik ben dan van de ene op de andere dag naar mijn papa gegaan en dan heb ik mijn mama opnieuw achtergelaten. Het voelde heel mijn leven als een tweestrijd: Wie moet ik graag zien? Wie mag ik graag zien? Wie gaat mij graag zien?” 

En wat heb je toen gedaan? 
“Ik heb dan een keuze moeten maken en dat was heel lastig. Ik hoop voor jongeren dat ze nooit die keuze moeten maken. Je moet niet bang zijn om een ouder te kwetsen, want een ouder die van je houdt, dat is voor altijd, onvoorwaardelijk. Als kind van 10 of 11 jaar moet je ook niet bezig zijn met de vraag wie je graag gaat zien. Op die leeftijd ben je jezelf aan het zoeken en dat gaat niet als je heel hard in die strijd zit.”

Maar je bent dan uiteindelijk terug in een jeugdvoorziening terechtgekomen? 
“Op mij twaalfde ben ik terug in een nieuwe voorziening terechtgekomen en daar begon het fout te lopen.  Op school zeiden ze dat mijn gedrag niet goed was. Ik kreeg het etiket opgeplakt als ‘het meisje van de instellingen’ en begon me anders te gedragen. Ik was mezelf niet meer, maar was vooral wie anderen dachten dat ik was. Ik heb toen veel meegemaakt en veel gezocht naar de verkeerde aandacht. Ik ben de rebel gaan uithangen. Ik was helemaal het noorden kwijt. Op die momenten zag ik niet in dat ik fout was, ik dacht gewoon dat alle jongeren zo waren.” 

Op je veertiende heb je een half jaar in een gesloten instelling gezeten. Welke impact had dat toen op jou? 
“Ik dacht eerst dat een andere instelling geen probleem zou zijn, want ik had niet door dat het een gesloten instelling was. Toen ik aankwam, zag ik camera’s, gesloten deuren en poorten. Ik moest me wel erg slecht gedragen hebben, de tranen kwamen spontaan. Ik vroeg mij af wat mijn mama van mij moest denken, dat ik in zo'n gebouw moest leven om veilig te zijn voor mezelf, voor anderen. Het was een heel raar gevoel. Maar ik heb daar wel echt mijn best gedaan.”  

Ondertussen woon je alleen met je zoontje in Antwerpen. Als je nu terugblikt op je jeugd, welke raad zou je jezelf toen willen gegeven? 
“De juiste vrienden zoeken. Ik was 11 of 12 jaar toen ik heel erg opstandig werd. Omdat ik het gevoel had dat ik geen stem had, zocht ik op die manier naar aandacht. Niemand had het door, er werd niet dieper op ingegaan en dan kookte ik elke keer over. Ik ben ontploft. Als ik iets zou kunnen veranderen, dan zou ik vroeger gezegd hebben dat er iets niet goed voelde, dat er iets was. Dan was het helemaal anders gelopen.” 

Waar hoop je over tien jaar te staan? 
“Ik hoop dat ik over tien jaar alles heb kunnen verwerken en dat mijn zoon nog altijd bij mij is. Dat ik hem elke dag veel liefde mag geven en dat hij voelt dat er warmte is. Dat vind ik het belangrijkste: een leven vol liefde.” 

Wil je meer weten over Yana haar verhaal? Of ben je benieuwd naar de ervaringen van Sharon en Ian? Lees dan zeker hun blogs op Blog - STUKonline.