welzijn & zorg

‘Mijn hart ging uit naar de palliatieve zorg. Het was een evidente keuze’

De essentie volgens Elise Bundervoet
11.10.2022
Foto's
Stephan Vanfleteren

Sommigen kennen Elise Bundervoet misschien nog wel als Roxanne uit de jongerenreeks Buiten de Zone uit de jaren negentig. Rond haar veertigste koos ze voor een ander pad in het leven: ze ging de opleiding tot verpleegkundige aan, en specialiseerde in palliatieve zorg. “Mijn hart ging ernaartoe. Ik moest er niet lang over nadenken.”

De keuze voor verpleegkunde was een samenloop van omstandigheden. “In de culturele sector had ik niet altijd werk, er was nooit zekerheid dat ik een job zou hebben”, vertelt Elise. “Zomaar zitten wachten tot je gevraagd wordt, is niet prettig. Op mijn veertigste vroeg ik me af of ik dat ging volhouden tot aan mijn pensioen. Ik heb vier kinderen, en was toen ook net gescheiden. Ook dat speelde mee.”

Ook existentiële vragen en zingeving speelden een rol. “Ik kwam op een punt dat ik me afvroeg wat ik wat ik nog wilde vervolmaken in het leven. Zo kwam ik snel terecht bij het knelpuntberoep verpleegkunde. Ook toen werd het al sterk gepromoot om als zij-instromer die studies aan te vatten. De keuze was snel gemaakt, de zorg triggerde mij. Mijn leergierigheid is groot, het functioneren van lichaam en geest boeit me enorm. Het was een evidente keuze. Mijn hart ging ernaartoe, ik moest er niet lang over nadenken. Het levenseinde is fascinerend: je wordt geconfronteerd met de basis van het leven. Het zet aan tot dieper nadenken, ook over je eigen leven.” Voldeed de opleiding dan aan haar verwachtingen, na die snelle keuze? “Helemaal, het plaatje klopte”, bevestigt Elise. “Ik heb me echt gesmeten op die leerstof.

Terug naar het podium

Na een aantal jaren op de palliatieve afdeling van het AZ Sint Lucas in Gent borrelde de passie voor het theater toch weer op. “Je wordt geconfronteerd met zoveel mooie en intense levensverhalen”, aldus Elise. “Dat wakkerde het creatieve vuur in mij weer aan.” Ze begon intuïtief bepaalde persoonlijke indrukken vanuit de zorg neer te schrijven. “Ik schreef heel veel als zelfzorg”, legt ze uit. “Ik schreef wat ik meemaakte van me af. Zo raakte ik opnieuw op een weggetje dat beloopbaar werd. Stilaan ontstond er een verhaal, een stuk dat in een theater gespeeld kon worden.”

Op een zeker moment stelde Elise zichzelf de vraag: “Stel dat ik niet lang meer te leven zou hebben, wat zou ik dan doen? In de zorg blijven, of terugkeren naar het theater?” Blijkbaar kruipt het bloed waar het niet gaan kan, en ze gaf haar ontslag in het ziekenhuis om terug op het podium te kruipen. “We hadden twee prachtige stukken uitgewerkt. De dag die komt en Geen kersentuin. Het eerste stuk is een liefdesverhaal en gaat over persoonlijke elementen rond palliatieve zorg en afscheid nemen. Het tweede focust meer op de dood en de zin van het leven, en wat dat doet met de drie personages. We richtten de vzw BOEY op. BOEY staat voor Behind Open Eyes. Die naam verwijst naar de glazige blik die stervende mensen krijgen in de fractie van een seconde waarin het leven overgaat in de dood. Ons plan was dat we in juni 2020 zouden repeteren en daarna op Theater Aan Zee spelen, maar toen startte de pandemie en vielen die plannen in het water.”

Artsen zonder Grenzen missie België

“Aan het begin van de pandemie was het voor mij een heel evidente keuze om opnieuw in de zorg te stappen. De nood was zo groot, en de theaters waren toch gesloten, dus ik kon mezelf beter nuttig maken. Ik nam verschillende tijdelijke contracten aan, vooral in woonzorgcentra. Tot ik een vacature zag van Artsen Zonder Grenzen, missie België. In de eerste golf hadden woonzorgcentra veel problemen: sommige hadden grote uitbraken, veel personeelsuitval, veel overlijdens, te weinig materiaal, veel vragen over infectiepreventie… Met die vragen konden ze terecht bij Zorg en Gezondheid, en via hen werd een team van Artsen Zonder Grenzen uitgestuurd. Wij gaven dan onder meer opleidingen over hoe het beschermingsmateriaal gebruikt moest worden en organiseerden informatiesessies over hoe kon voorkomen worden dat het virus overgedragen werd.”

De volheid van het leven

Door in woonzorgcentra te werken realiseerde Elise zich opnieuw hoe graag ze werkt met oudere mensen. “Het is enorm fijn deelgenoot te mogen zijn van de volheid en de waarachtigheid van hun leven. Ook mensen met dementie hebben een speciaal plekje in mijn hart. Palliatieve zorg en dementie zijn beladen onderwerpen, maar toch is er altijd een soort ontwapenende levensvreugde, een onthechting die zorgt dat er plaats is voor een lach, een sprankeling. Mensen laten in dit stadium somberheid, kritiek en negatieve gedachten vaak los. Doordat ze hun leven aan het afronden zijn, wordt het zuiver en rustig. Het is wat het is. Dat gevoel maakt veel ruimte voor andere zaken, zoals een liefdevol gesprek en genieten van het moment. Simpelweg even lachen of zingen. Ze leven in het nu, en pakken de tijd die ze nog hebben.”

“Op het einde is er soms ruimte voor ontwapenende levensvreugde.”Toen de laatste coronamaatregelen opgeheven werden, konden ze eindelijk op pad met hun voorstellingen. “We merken dat De dag die komt heel goed aanslaat bij zorgorganisaties, opleidingen en zorgverleners. We hebben die voorstelling onder andere ook gespeeld bij LEIF (LevensEindeInformatieForum), waar we veel herkenning vaststelden bij wie kwam kijken. Het is een poëtische voorstelling met veel emoties. Die horen bij de fases van het rouwproces: verdriet, woede, onmacht, gemis, aanvaarding. Het een liefdesverhaal van een verpleegkundige wiens partner in coma ligt. Hij kan niet meer praten. Zij weet niet zeker of wat ze doet wel is wat hij graag heeft. Hij kan het niet meer zeggen, zij kan het hem niet meer vragen. Omdat ze een complexe relatie hadden is het moeilijk om beslissingen te nemen. Misschien doet het stuk mensen nadenken over voorafgaande zorgplanning. Of over hechtingsstijlen in relaties. Het spreekt tot de verbeelding.”

Wat is sterven?

Wat is sterven precies? Wat gebeurt er op dat moment? “Fysiek kunnen we dat benoemen, daar is veel onderzoek naar gebeurd. Maar er is nog nooit iemand uit de dood teruggekeerd om te zeggen hoe het voelde. Er zijn wel mensen met een bijna-doodervaring, maar er is toch nog veel dat we niet weten over dat moment zelf. Wat iemand op dat moment voelt, is ongrijpbaar. Je ziet het gezicht in een fractie van een seconde veranderen. Iemand die dood is, is plots alleen nog maar een omhulsel. En soms voel je nog de energie die rondwaart. Is ons bewustzijn dus enkel fysiek te verklaren? Ik denk het niet.”

In het westen verstoppen we de dood in veel gevallen nog altijd liefst zo snel mogelijk. Letterlijk, onder de grond. Al is de manier waarop we omgaan met de dood volgens Elise wel wat aan het veranderen de laatste jaren. “Vroeger werden mensen thuis opgebaard, en dat komt stilaan terug. We kiezen bewust voor een persoonlijke uitvaart , met zelfs ecologische mooie kisten, en zelfontworpen lijkwades. Er wordt steeds meer op voorhand gesproken over hoe je je eigen afscheid vorm kan geven. Op de palliatieve afdeling helpt de familie soms mee met het wassen van iemand die overleden is. Daarna kan er nog afscheid genomen worden in de stille ruimte, het bed wordt ook nog versierd met bloemen. Je merkt dat er een omslag gaande is: mensen die ziek zijn die zelf hun afscheid regelen, die kiezen wie een speech zal schrijven voor de begrafenis, welke muziek gebruikt zal worden… Ik zie het graag gebeuren. Want het gaat ook om de mensen die achterblijven. Het verdriet is er altijd, maar het moet draaglijk blijven. Je blijft voor altijd nabestaande. De manier waarop je ermee omgaat bepaalt de rest van je leven. Soms heb ik er bewondering voor. Soms zeggen mensen: verdriet slijt, of het wordt kleiner, of het krijgt een plaats. Maar anderen zeggen dat het verdriet altijd blijft wat het is, maar dat de manier waarop we ermee omgaan verandert. En ik denk dat dat klopt.”

Het is goed geweest

Hoe reageren mensen zelf op het moment dat ze voelen dat het moment van sterven daar is? Volgens Elise is dat heel individueel. “Maar als er een rode draad in zit, is het misschien de rust of berusting die telkens terugkomt. Mensen aanvaarden hun lot en lijken te zeggen: ‘Het is goed geweest’. Je kan eigenlijk ook niet anders dan het aanvaarden. In een palliatieve omgeving ben je min of meer voorbereid, en ben je in zekere zin in ‘ideale omstandigheden’. Maar het kan gebeuren dat iemand echt wel een doodsstrijd heeft.  Dan merk je soms dat mensen fysiek of mentaal het leven nog niet kunnen loslaten.”

En hoe reageren aanwezige familieleden op het moment van overlijden van hun geliefde? “Vaak zijn dat heel mooie situaties. Er wordt nog gepraat, er zijn liefdevolle aanrakingen, er wordt muziek opgezet. Soms wordt er nog stilletjes gezongen, ook al weet je niet zeker of je nog gehoord wordt. We gaan er altijd van uit dat dat wel het geval is.”

Het belang van autonomie

Elise benadrukt ook graag nog het belang van autonomie van oudere of stervende mensen. “Betutteling is absoluut nefast. De attitude van zorgverleners is ontzettend belangrijk: niet aanspreken met verkleinwoordjes en geen zorg opdringen. Maar wel telkens nagaan of proberen aanvoelen wat de persoon in kwestie echt wenst. Tegenwoordig wordt hier gelukkig veel aandacht aan besteed in de zorgopleidingen. Ik mag er niet aan denken dat ik afhankelijk word van iemand die me behandelt als een klein kind. En ja, de werkdruk is gigantisch hoog en er is dikwijls een tekort aan personeel, en soms moeten dagelijkse handelingen zoals wassen en eten sneller gaan, en is er minder tijd voor een goed gesprek. Maar het is zo belangrijk om de rust te vinden en meer ruimte te creëren voor dat warmmenselijk contact.

Of ze haar toekomst nu verderzet in de zorg of op de planken, Elise zal het altijd verhalen blijven delen. “Dat vind ik belangrijk. De cultuur- en kunstensector zorgt op die manier voor ontroering, verbinding, verbeelding, kippenvel… zowel mentaal als fysiek. En dat moet voor mij altijd deel uitmaken van het leven.”