Enkelband
welzijn & zorg

Leven met een enkelband

De wereld van personen onder elektronisch toezicht.
18.12.2015
Foto's
VCET

Het elektronisch toezicht (ET) of ‘de enkelband’ is een alternatieve manier van straffen. Algemeen leeft het idee dat het ET beter is dan een gevangenisstraf. Maar wat vinden de veroordeelden er zelf van en op welke manier wordt hun leven en dat van hun huisgenoten beïnvloed?

Delphine Vanhaelemeesch deed tijdens haar doctoraatsstudie aan de UGent (IRCP) onderzoek naar de dagelijkse beleving van het elektronisch toezicht door 74 veroordeelden met ervaring met elektronisch toezicht en 30 van hun huisgenoten te interviewen.

Delphine: “Heel wat onderzoek focust op kwantiteit, op de cijfers. Dat doen we deze keer niet. Het is een belevingsonderzoek omdat het polst naar de ervaringen van de betrokkenen, zonder daar een connotatie aan te hangen. Er bestaan geen foute antwoorden, want je vraagt naar hoe mensen iets ervaren. Er ontstaat door het onderzoek een algemeen beeld over de beleving van ET, maar je mag zeker niet veralgemenen. Het is niet omdat het voor de meerderheid van de personen als beter wordt ervaren dan een gevangenisstraf, dat het voor iedere persoon of op elk moment zo is.”

Beter, niet goed

Op 1 december 2015 waren er 947 mensen met een enkelband in Vlaanderen. Daarvan zijn er 32 in voorhechtenis. Dat betekent dat ze nog niet veroordeeld zijn.

Vanhaelemeesch: “Elektronisch toezicht is een manier van positief straffen, omdat het de kans geeft om het leven verder te zetten. Wie uit de gevangenis komt, kan zo het leven dat hij voor een deel verloor in de gevangenis opnieuw opbouwen. Als je het zo bekijkt, is elektronisch toezicht een positieve zaak. Toch ervaren de betrokkenen beperkingen. Het tijdselement speelt een grote rol, het dagelijkse leven is niet altijd in urenblokken te passen. Een treinvertraging is voor iemand met een enkelband een kleine ramp. Je moet op tijd thuis zijn. Het is leven op de minuut.”

“Daarnaast is er een grote confrontatie met verleidingen. Je mag niet naar buiten, maar kan het wel. Emotioneel en mentaal is dat zeer zwaar. In de gevangenis weet je wat er buiten leeft, maar je ziet het niet. Wie een enkelband draagt, is minder vrij dan men vaak denkt. Je ziet alles rond je gebeuren, maar je mag er niet aan deelnemen. Er wordt verwacht dat je werk zoekt, maar het is niet evident om het ook te vinden. Je hebt een strafblad en je bent tegelijk beperkt door het elektronisch toezicht. Het werk moet binnen de afgesproken uren passen. Collega’s stellen wel eens vragen. Dat alles brengt een mentale druk met zich mee. Het sociale isolement werd door enkele respondenten aangehaald als reden om in de toekomst niet meer voor een enkelband te kiezen”, aldus Vanhaelemeesch. “Hoe gek het ook klinkt: sommige gedetineerden hebben in de gevangenis meer sociale contacten en (appreciatie voor hun) werk, dan mensen onder elektronisch toezicht. Onder elektronisch toezicht willen mensen het zo goed mogelijk doen. Ze zien het als een kans die ze moeten grijpen. Maar vaak valt daardoor heel wat sociaal contact weg, uit tijdsgebrek, angst of schaamte."

“Het is een straf, maar tegelijk een gunst. Zowat alles is beter dan in de gevangenis zitten.”

“Natuurlijk zijn er ook voordelen voor de persoon onder elektronisch toezicht. Het is dan ook de bedoeling mensen te helpen integreren tijdens hun straf. Er ontstaat een structuur door het opgelegde uurrooster. Dat zorgt voor stabiliteit. De tijd moet efficiënt gebruikt worden, door betere voorbereiding en planning, zodat er meer uit te halen valt. Het helpt ook om te breken met vroegere gewoontes, personen of associaties. Slechte vrienden zijn makkelijk af te schepen of te ontwijken. De kans tot opsluiting werkt als een stok achter de deur, het is een rem tijdens het elektronisch toezicht.”

Huisgenoten spelen andere rollen

Huisgenoten voelen zich meestal verantwoordelijk voor de persoon onder elektronisch toezicht. “Ze willen dat het elektronisch toezicht goed verloopt en willen voorkomen dat de persoon in kwestie terug in de gevangenis terechtkomt”, vertelt Vanhaelemeesch. “Huisgenoten hebben vaak het gevoel mee gestraft te zijn. Hun dagelijks functioneren wordt erdoor beperkt. Het uurrooster van de veroordeelde slaat ook op hen. Op een uitnodiging voor een barbecue wordt negatief gereageerd omdat de onder toezicht gestelde anders alleen achterblijft, terwijl er door de huisgenoot ‘gefeest’ wordt.”

Ze hebben niet enkel het gevoel mee gestraft te zijn, maar gaan ook mee straffen, zo legt de onderzoekster uit: “Ze controleren de voorwaarden en zorgen ervoor dat het uurrooster aangehouden wordt. Daarnaast zijn ze het eerste aanspreekpunt bij moeilijkheden of emoties. In het huishouden neemt de huisgenoot meer taken op uit praktische noodzaak. De kinderen wegbrengen is bijvoorbeeld een exclusieve taak van de huisgenoot, want er is geen tijd voor in de planning van wie een enkelband draagt. Bij een gevangenisstraf weet je als partner of gezinslid: ik sta er alleen voor. Het is duidelijk en concreet. De muren staan er en er hangt geen klink aan de deur. Bij het elektronisch toezicht is de persoon wel aanwezig, maar kan niet altijd doen wat hij/zij voorheen deed.”

Wie een enkelband moet dragen, zal zich daar vaak over schamen. Maar niet enkel bij de persoon onder elektronisch toezicht is er een zekere gêne. Vanhaelemeesch: “Ook huisgenoten en familieleden proberen het vaak te verbergen. Jonge inwonende kinderen weten het soms zelfs niet. Het sociale leven wordt beperkt, niet enkel het naar buitengaan, maar ook het thuis ontvangen van mensen. Het leven van de huisgenoot als vrije mens is sterk beperkt binnen- en buitenshuis en in functie van het elektronisch toezicht.”

Voor iedere veroordeelde een enkelband?

Vanhaelemeesch: “Elektronisch toezicht is idealiter ingebed in een re-integratief programma, omdat de begeleiding belangrijk is. Louter en alleen controleren, daar verander je geen mensen mee. Integendeel, je belast ook mensen door de controle. Het ontlasten van de gevangenissen en ervoor zorgen dat er geen straffeloosheid ontstaat is goed. Maar elektronisch toezicht moet meer zijn dan dat. De re-integratie van de persoon moet het doel zijn. Dan krijg je ook een andere dynamiek en focus je op kwaliteit.”

Volgens Vanhaelemeesch is elektronisch toezicht zeker niet voor iedereen geschikt. “Maar het kan wel een positieve ervaring zijn die helpt bij de integratie in de maatschappij. Uiteraard zijn er enkele voorwaarden, maar voor sommige mensen is het geen goed idee. De enkelband is niet de enige alternatieve straf, maar hetzelfde geldt evengoed voor probatievoorwaarden en werkstraffen. De re-integratie en de geschikte hulp hangt af van de persoon, context en situatie en die is voor iedereen uniek.”

 

Meer weten over elektronisch toezicht?

http://www.justitiehuizen.be/elektronisch-toezicht